Home en Trends - Editie 54 - 2018

De wet Een pand dat je wil verhuren, moet voldoen aan een hele resem wettelijke vereisten en bepalingen. Neem nu het voorbeeld van het herenhuis met de studentenkoten: de wet voorziet dat je hiervoor een vergunning moet hebben. En om die te krijgen, moet je aan een hoop regels voldoen, onder meer – maar niet alleen – met betrekking tot brandveiligheid. De wet is nu eenmaal de wet. Zolang je pand niet vergund is, kan je niet verhuren én zijn er dus geen inkomsten. Voor de bank kan dat een argument zijn om geen hypotheek te verstrekken. Maar tenzij je over echt heel veel spaargeld beschikt en een opbrengsteigendom volledig zelf kan financieren, ben je wel op een hypotheek aangewezen om je project mogelijk te maken. Quotiteit Hoeveel je bij de bank kan ontlenen voor de aankoop van een opbrengsteigendom hangt af van verschillende elementen. Zo zal de quotiteit – ofwel de verhouding tus- sen eigen kapitaal en ontleend geld – scherp in de gaten gehouden worden. Als je een flinke injectie eigen spaargeld aan een project kan geven, zal dat een gunstige quotiteit opleveren. Dat zien banken graag. Projecten met een hoge quotiteit zullen geheid met meer argwaan bekeken worden. Vergeet niet dat ook de financiële instellingen na de bankencrisis van 2008 veel stren- gere regels kregen opgelegd door de overheid. Diezelfde overheid moest financieel bijspringen, zodat bepaalde banken het hoofd boven water konden houden na hun gemorrel met rommelkredieten, en daar moest iets tegenover staan. Meerwaarde Dit alles neemt niet weg dat er interessante rendementen te halen zijn als je investeert in een opbrengsteigendom. Zorg er alleen voor dat je vooraf je huiswerk goed maakt. Een pand dat al op de huurmarkt is – en dus over alle vergunningen beschikt – is een makkelijkere kluif dan een pand dat je zelf nog moet omturnen tot bijvoorbeeld studentenkoten. Want die koten kun je pas verhuren, wanneer je alle vergunningen verkregen hebt en dat kan best even duren. Hoe dan ook rendeert je geld meer als je het in vastgoed stopt. De huurinkomsten helpen je je eigendom af te betalen én aan het einde van de rit valt er meestal nog een mooie meerwaarde te halen bij de verkoop. Korte of lange verhuur? Eens je de fiere eigenaar bent van een opbrengstei- gendom, rest je nog te beslissen met welk type huur- contracten je wil werken. Studentenkoten zijn altijd contracten op korte termijn, maar een appartement of gezinswoning kan je zowel per jaar als per negen jaar verhuren. Voor handelspanden gelden dan weer nog andere regels. Bevraag je goed bij een specia- list – een vastgoedmakelaar bijvoorbeeld – voor je hier een knoop in doorhakt. Intuïtief zou je denken dat een verhuur op lange termijn het beste is, omdat je dan zeker bent van je inkomsten. Maar een verhuur over een korte termijn geeft je de kans om je huurder te le- ren kennen en na te gaan of ie een stipte betaler is. Er valt voor elk scenario wel iets te zeggen. Aan jou om te kiezen wat het beste werkt voor jouw project. Tot slot… Wat je ook kiest – binnen- of buitenland, vakantiehuis of studentenkot of nog iets anders – feit is dat je je best laat bijstaand door vakmensen. De vastgoedma- kelaar kan je alles vertellen over de aankoop van een opbrengsteigendom en alles wat komt kijken bij de verhuur, terwijl een onafhankelijke hypotheekspecialist je kan helpen het financiële plaatje samen te stellen. Hoeveel eigen middelen breng je in? Hoeveel kan je ontlenen? Voor welke renteformule kies je? Uiteraard kunnen ook de fiscalist en de notaris je bijstaan met concrete raad en daad. Dus: investeren in vastgoed? Ja, doen! Maar: laat je goed informeren en begelei- den. Alleen zo haal je het maximum uit je belegging in stenen. © Tondelier

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MjE=