HOOGBOUW IN BELGIË, PERCEPTIE VERSUS REALITEIT Zoals bij vele algemene discussies lijkt de mainstream media de tegenstanders een grotere spreekbuis te geven dan de voorstanders of de stilzwijgende meerderheid. Telkens een groot nieuw hoogbouwproject wordt aangekondigd zijn de media er veelal als de kippen bij om vooral de actiegroepen uitgebreid aan het woord te laten. Meestal omvat dit een kleine groep mensen die om ideologische reden tegen een hoogbouwproject zijn en daarbij andere mensen proberen te overtuigen van hun persoonlijke opvattingen. Op die manier ontstaat in sommige gevallen, een verkeerde indruk, alsof duizenden mensen tegen iets zijn, terwijl het in werkelijkheid veelal om enkele individuen gaat. In dergelijke discussies worden feiten en meningen nogal snel door elkaar gehaald, waarbij een persoonlijke stelling van een tegenstander door de media al snel verkeerdelijk als een feit wordt gebracht. De voorstanders en ontwikkelaar zelf worden hierbij soms weggezet als vooringenomen en subjectief. Terwijl uiteraard hun mening en weergave van de feiten in principe evenveel waard zou moeten zijn dan deze van de tegenstanders. Los van de voor- en tegenstanders is het vooral de stem van de stilzwijgende meerderheid die zou moeten doorwegen. In deze context leren talrijke studies dat algemeen gezien heel wat Belgen hoogbouw niet als een bedreiging zien voor een moderne stedelijke ontwikkeling. Integendeel, mensen die veel reizen, kunnen overal vaststellen dat kwalitatieve hoogbouw in 2024, een logisch onderdeel van de stad is geworden. Uiteraard mag dit niet ongebreideld gebeuren en moeten we blijven waken over een gezond evenwicht waarbij leefbaarheid, sociale cohesie en duurzaamheid centraal staan. IN DE MIDDELEEUWEN WAS VLAANDEREN HET MEKKA VAN DE HOOGBOUW In het hart van Europa, te midden van het bruisende culturele en economische leven van de Middeleeuwen, blonk Vlaanderen uit als een centrum van architecturale innovatie en stedelijke ontwikkeling. Middeleeuwse hoogbouw met indrukwekkende belforten, kerken en kathedralen die nog steeds de horizon van Vlaamse steden zoals Brugge, Gent, en Antwerpen markeren. Deze bouwwerken waren niet alleen uitingen van religieuze devotie of burgerlijke trots, maar ook symbolen van de welvaart en de technologische vooruitgang van de regio. Als één van de meest verstedelijkte gebieden in Europa, was Vlaanderen een smeltkroes van handel, ambacht en cultuur. De belforten, zoals die in Gent en Brugge, waren niet alleen torens die de stad domineerden, maar ze waren ook het middelpunt van het gemeenschapsleven waar markten, feesten en bijeenkomsten plaatsvonden. IN DE VORIGE EEUW GAVEN DE ‘BLOKKEN VAN AMELINCKX’ HOOGBOUW EEN NEGATIEVE BIJKLANK Vijftig à zestig jaar geleden onderging België een periode van intensieve stedelijke ontwikkeling. De economische boom na de Tweede Wereldoorlog leidde tot een snelle bevolkingsgroei en een toenemende vraag naar huisvesting. Hoogbouw werd in dit tijdperk gezien als een efficiënte oplossing om veel mensen op een relatief kleine oppervlakte te huisvesten. Kwaliteit, architectuur en stedelijke leefbaarheid waren ondergeschikt wat resulteerde in controversiële hoogbouw met inspiratieloze grijze monotone appartementsgebouwen die in de volksmond ook wel ‘de blokken van Amelinckx’ werden genoemd. Deze periode was bijzonder nefast waarbij ook vandaag de dag bij sommigen nog steeds een negatief gevoel aanwezig is bij de term hoogbouw. MODERNE HOOGBOUW MOET EEN STATEMENT MAKEN ALS EEN SYMBOOL VOOR MENS EN STAD Vandaag vervult hoogbouw een belangrijke rol in het stedelijk weefsel waarbij het allerlei aspecten voor de mens, stad en maatschappij moet combineren. Moderne hoogbouw moet een reflectie zijn van ambitie en visie, als een ultieme katalysator voor een wijk zonder daarbij de eigenheid en het typische karakter van die buurt aan te tasten. De impact van een toren of meerdere torens moet dus steeds zorgvuldig bestudeerd worden met zicht op de voor- en nadelen en met respect voor het heden en verleden. Ook voor hoogbouw zullen er steeds compromissen moeten gemaakt worden, maar het uiteindelijke doel moet een meerwaarde zijn voor mens en stad. In het kader van de bouwshift dus, bedachtzamer omspringen met vrije ruimte zonder in te boeten op kwaliteit en leefbaarheid. Kortom de feitelijke voetafdruk verkleinen zodat er meer plaats ontstaat voor groen, pleinen en recreatie. Moderne hoogbouw moet zich ook onderscheiden qua architectuur en duurzaamheid. Energie-efficiente gebouwen met een minimale impact op het milieu en een hoogstaand wooncomfort. “ In het kader van de bouwshift zorgt hoogbouw ervoor dat we bedachtzamer kunnen omspringen met vrije ruimte zonder in te boeten op kwaliteit en leefbaarheid ”
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MjE=