In deze voorbeelden is het 3%-tarief wel mogelijk, maar alleen voor het (eigen) woongedeelte, op voorwaarde dat • Het goed opsplitsbaar is in de zin van artikel 2.9.7.0.5 VCF “Voor de toepassing van […] titel 2, hoofdstuk 9 van deze Codex moet de aanwending of de bestemming van een onroerend goed worden nage- gaan per kadastraal perceel of per gedeelte van kadastraal perceel als dat gedeelte […]een afzoderlijke huisvesting is […]” en • Er effectief een opsplitsing gebeurt in de akte, met een afzonderlijke prijs per gedeelte. Daarbij mag niet louter worden opgesplitst op basis van de oppervlakte. Zoals gezegd zijn ook de waarde en de frequentie van het gebruik belangrijke criteria. Als er geen opsplitsing mogelijk is/gebeurt, dan valt het geheel onder 12%. 3. Aanhorigheden Dan zijn er nog de zogenaamde aanhorigheden. Die worden in de VCF gedefinieerd als: “elk gebouwd of ongebouwd onroerend goed dat volgens de aard, de ligging, de oppervlakte en de waarde ervan een normale bijhorigheid vormt, al naargelang het geval, hetzij van het huis of de verdieping of het gedeelte van verdieping, hetzij van een op te richten woning” (art. 1.1.0.0.2, lid 12, 2° VCF). SP 15110 stelt 3 voorwaarden opdat iets als aanhorigheid wordt beschouwd: • Bijzaak van de woning (niet omgekeerd) • Kadert in de woonfunctie (garage, tuin …), niet in een economische activiteit • Ligging: • Gronden: grenzen aan het perceel waarop de woning ligt • Garage: in de onmiddellijke nabijheid van de woning Om als aanhorigheid beschouwd te worden geldt een vereiste van gelijktijdige aankoop. De aankoop moet op dezelfde dag gebeuren. Het hoeft niet om dezelfde akte te gaan. Voorbeelden van aanhorigheden zijn: • Aankoop appartement met garage in de straat • Aankoop woning met grote tuin • Mits het nog een bijzaak is van de woning = feitenkwestie • Ook als het nadien verkaveld wordt in bouwgrond (opnieuw, zolang het gaat om een bijzaak) Niet: • Garage die later aangekocht wordt • Kleine loods, gebruikt voor (deeltijdse) beroepsactiviteit Gaat het over een normale aanhorigheid, dan kan ook op de aankoop hiervan het 3%-tarief toegepast worden. Indien er een afzonderlijke prijs is bepaald voor één of meerdere aanhorigheden, dient deze prijs te worden opgeteld bij de prijs voor de woning, om dan op basis van deze som na te gaan of men al dan niet kan genieten van de rechtenvermindering (grensbedrag van €220.000 of €240.000). 4. Wat bij twijfel? Bij twijfel is het aangewezen een interpretatieve vraag te richten tot VLABEL. Dat kan via het contactformulier op de website. Bij dergelijke aanvraag is het belangrijk om VLABEL toe te laten het dossier correct te beoordelen. VLABEL benadrukt dat alle feitelijke elementen juist weergegeven moeten worden (identificatie van het goed, de partijen, de huidige en toekomstige bestemming, …) en de vraagstelling duidelijk geformuleerd moet worden. Best gebeurt dit door een notaris. We raden sowieso aan om zelf, in geval van twijfel, geen uitspraak te doen over het al dan niet kunnen toepassen van het 3%-tarief, maar om hiervoor door te verwijzen naar een notaris. bron CIB Zuidlaan, 72 Wetteren 0484 84 84 86 info@immo-zone.be Laarnebaan 48, Heusden 09 231 75 92 info@immo-zone.be Keizersplein 71, Aalst 053 77 80 00 info@immo-zone.be ONZE KANTOREN
RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MjE=