Hoogbouw is een belangrijke sleutel in een leefbare stadsontwikkeling
Eind 2020 zette de Vlaamse Regering de eerste contouren vast van de geplande betonstop.
De betonstop of de bouwshift, heeft als doel om tegen 2040 geen nieuwe open ruimte meer aan te snijden voor bebouwing en om de bestaande bebouwde gebieden waar mogelijk te herontwikkelen. Deze bouwshift moet leiden tot een meer duurzame en leefbare ruimtelijke ordening in Vlaanderen.
Om de bouwshift te realiseren heeft de Vlaamse overheid verschillende maatregelen voorzien. Een belangrijk speerpunt in het plan omvat een efficiënter gebruik van bestaande bebouwde gebieden met een verdichting van de stedelijke kernen. In de praktijk komt zo’n verdichting overeen met een weloverwogen en meer bedachtzame invulling van de open ruimte. In dit perspectief vormt hoogbouw een belangrijke sleutel. Hoogbouw heeft in verhouding een kleinere voetafdruk waardoor er op de begane grond meer ruimte is voor groenzones.
VLAANDEREN WAS IN DE MIDDELEEUWEN QUA HOOGBOUW HET MIDDELPUNT VAN DE WERELD
De Vlaamse steden waaronder Brugge, Gent, Antwerpen en Brussel waren in de Middeleeuwen met hun vele prachtige kathedralen en belforten het epicentrum van hoogbouw in de wereld. Ook Vlaamse dorpen knoopten aan op die traditie met tal van prachtige kerktorens die de wijde omgeving domineerden. Zelfs vandaag de dag zijn het in heel wat Vlaamse dorpen nog steeds de eeuwenoude kerktorens die het uitzicht van de gemeente grotendeels bepalen. Dergelijke unieke historische torengebouwen behoren zonder enige twijfel tot ons Vlaams cultureel erfgoed. Naast de symboliek van deze gebouwen was er ook de onderlinge wedijver tussen steden en dorpen om de hoogste kathedraal of kerktoren te hebben. De hoogte was dus niet alleen functioneel, maar ook symbolisch en cultureel belangrijk voor het Middeleeuwse Vlaanderen.
TIJDENS DE JAREN 60 EN 70 HEEFT HOOGBOUW IN VLAANDEREN EEN NEGATIEVE BIJKLANK GEKREGEN
De bouwhausse in Vlaanderen vond plaats in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Dit was een periode van sterke economische groei waarin er een uitzonderlijk grote vraag was naar woningen en kantoren. Als gevolg daarvan werden er in Vlaanderen veel nieuwe woningen, appartementsgebouwen en kantoren gebouwd. Door een combinatie van snelheid en het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader werd hoogbouw in Vlaanderen tijdens deze periode vaak gekenmerkt door een slechte kwaliteit en ontwerp. Dit was de periode van de zogenaamde karakterloze grijze betonnen woontorens, die in eerste instantie werden gebouwd om een snel antwoord te bieden op de enorme vraag naar woningen. Deze woontorens waren weinig origineel en werden veelal in cluster neergezet vanuit een functioneel en kostenbesparend oogpunt ten koste van kwaliteit en esthetiek. Deze oudere woontorens werden vrij ondoordacht geconcentreerd in grote woonwijken met weinig groen of open ruimte. Desondanks heel wat van deze oudere torengebouwen ondertussen gerenoveerd zijn, blijven spijtig genoeg de visuele ‘littekens’ van deze periode in heel wat Vlaamse steden nog steeds aanwezig.
HOOGBOUWTORENS IN 2023 ZIJN HEUSE LANDMARKS DIE SYNONIEM STAAN VOOR KWALITEIT EN LEEFBAARHEID
Anno 2023 is hoogbouw in Vlaanderen bezig aan een enorme heropleving waarbij enkele toonaangevende steden zoals Antwerpen, Gent en Brussel duidelijk het voortouw nemen. Aan de Belgische kust nemen vooral badsteden als Oostende en Knokke een voortrekkersrol. Met de bouwshift in het achterhoofd gaan heel wat Vlaamse steden proactief aan de slag met hoogbouw als deel van de oplossing. Enerzijds kan op die manier verstandiger omgesprongen worden met de open ruimte en anderzijds dragen moderne hedendaagse hoogbouwprojecten ook bij tot een positief en vooruitstrevend imago van de stad of de gemeente. In tegenstelling tot de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn de eisen naar hoogbouw nu vele malen strenger geworden.
Hoogbouwprojecten die vandaag ontwikkeld worden zijn heuse ‘Landmarks’ waarbij vele jaren aan voorbereidend studiewerk is voorafgegaan. De fouten van het verleden mogen immers niet herhaald worden. Het draagvlak voor hoogbouw in Vlaanderen is zeker aanwezig maar vereist naast een sterk visueel ontwerp ook voldoende overleg tussen de betrokken stakeholders zoals de lokale overheden, privé partners en de buurtbewoners. Locatie speelt hierin een belangrijke rol waarbij rekening gehouden moet worden met de impact van het project op de buurt. Ook moet er duidelijk gecommuniceerd worden over de schaalvoordelen van dergelijke hoogbouwprojecten op de buurt. Naast het ontstaan van meer open ruimte met plaats voor een nieuw stadspark is een hoogbouw-eyecatcher voor de wijk ook een belangrijke katalysator die zorgt voor nieuwe winkels, restaurants en bistro’s. Voorbeelden van succesvolle projecten zijn onder meer terug te vinden in de stationsbuurt en de Oosteroever site in Oostende. Door een harmonieus samenspel tussen hoog- en laagbouw is er meer open ruimte ontstaan voor recreatie en ontspanning. Hoogbouwprojecten hebben in deze Oostendse wijken gezorgd voor een ongekende dynamiek die resulteerde in een opwaarts elan voor de ganse buurt met een unieke symbiose tussen wonen, werken en leven. In deze context zijn de hoogbouwprojecten in Oostende een toonbeeld geworden dat als inspiratie geldt voor heel wat Vlaamse steden.