Zal de coronapandemie onze steden veranderen?
De coronapandemie veroorzaakt voor heel wat sectoren een ongekende economische en sociale disruptie. De digitale revolutie is in een stroomversnelling gekomen en telewerk heeft definitief zijn ingang gevonden in onze bedrijfswereld. Deze maatschappelijke omwentelingen zullen ook een effect hebben op het uitzicht en de werking van onze steden.
In de geschiedenisboeken zal er een periode zijn vóór en na Covid. We zijn als mens immers zwaar op de proef gesteld door de verschillende lockdowns en de opgelegde beperkingen. Na de Covid-periode zal ‘genieten en onthaasten’ opnieuw centraal staan in het leven. Onze steden gaan zich binnen deze nieuwe wereld moeten transformeren tot grote ‘dorpen op mensenmaat’ met meer plaats voor recreatie en ontspanning.
Grote monotone kantoorwijken behoren definitief tot het verleden
In de jaren negentig ontstonden naar Amerikaans voorbeeld, ook in onze Europese steden grote monotone kantoorwijken. Deze zakenwijken met hun veelal imposante torengebouwen stonden symbool voor succes en werden al snel de uitverkoren plaats van mondiale bedrijven of overheidsinstellingen. Elk van deze kantoorgebouwen was tot voor kort de vaste werkplek van soms vele duizenden pendelaars. De coronapandemie en de opkomst van telewerk heeft echter de zaken grondig door elkaar geschud waardoor begin 2021 een groot aantal van deze glazen kathedralen leeg staan. Het gevolg is dat de komende jaren heel wat bedrijven hun vierkante meters kantoorruimte gevoelig zullen verminderen. Grote zakenwijken die ’s morgens vol lopen met pendelaars om vervolgens ’s avonds weer leeg te lopen zullen dus een beeld van het verleden worden. De coronapandemie wordt hierdoor de ultieme katalysator waarbij in de nabije toekomst een groot deel van deze monotone kantoorgebouwen zullen gerenoveerd worden tot moderne multifunctionele gebouwen. Heel wat oudere kantoorgebouwen zullen hierdoor een ware metamorfose ondergaan en op die manier een tweede leven krijgen als gemengde statenprojecten met plaats om te wonen, werken en leven. De grote vraag naar kwalitatieve woon-appartementen in onze steden zal deze evolutie nog verder aanwakkeren. Veel van die kantoorgebouwen zijn immers uitermate goed gelegen vlakbij een treinstation en ander openbaar vervoer. Hierdoor vormen deze locaties het ideale ecosysteem voor hernieuwde wijken met een evenwichtige mix van residenties, kantoren en winkels.
In onze steden zal meer plaats zijn voor groen en ontspanning
Door de opgelegde lockdowns voelden we ons in 2020 soms letterlijk opgesloten in onze eigen woning of appartement. Na de Covid-periode zullen velen op zoek gaan naar een woning of appartement met een ruimer wooncomfort. Vooral in onze steden is er een stormloop bezig op woningen met een kleine stadstuin. Het aanbod van deze woningen met een kleine stadstuin is echter beperkt en bevindt zich veelal in een hogere prijsklasse. Lang niet iedereen in de stad zal dus kunnen genieten van zijn eigen privé tuintje of terras. Een stedelijk gebied met meer plaats voor groen en ontspanning is dus in ‘de stad van morgen’ een evidentie. Heel wat stadsbesturen zullen daarom in 2021 toekomstplannen ontvouwen die inzetten op meer groen, open ruimte en ontspanning. Speeltuinen, sportinfrastructuur, vernieuwde parken en boulevards met veel groen en bomen worden het uitgangspunt om de stedelingen een hogere levenskwaliteit te garanderen.
Goed evenwicht zoeken tussen ecologie en economie
Tot 2015 lag in het merendeel van onze Vlaamse steden de nadruk vooral op de auto. Zonder al teveel planning werd het verkeer grotendeels in en door de stad geleid. Voor heel wat wijken had dit een negatieve invloed op de leefbaarheid. De laatste vijf jaar hebben onze steden het roer radicaal omgegooid en werd de auto soms volledig verbannen uit het centrum. In de toekomst zal een gezond evenwicht moeten gezocht worden, want de auto volledig verbannen uit het centrum heeft immers ook nefaste gevolgen voor de aanwezige handelszaken. Algemeen is er zeker een draagvlak om onze steden autoluwer te maken, maar weinigen zijn voorstander om de auto volledig uit de stad te verdrijven. De leefbaarheid van een stad hangt immers ook nauw samen met een levendig commercieel centrum. Mensen die in de stad winkelen moeten kunnen terugvallen op een goed georganiseerd openbaar vervoer. Anderzijds moet ook de keuze blijven bestaan om met de wagen naar de stad te komen. Deze tweede optie zal de komende jaren ongetwijfeld duurder worden, maar uiteindelijk zijn ook grote randparkings en centraal gelegen ondergrondse parkings cruciaal voor een goed uitgewerkt stadsweefsel.